Bisschop Bartholomëus was wel verbaasd over de keuze van Norbertus, maar hij was wel bereid om de gronden voor hen te kopen van de Heilige Vincentiusabdij in Laon, want hij was al lang blij dat Norbertus nu zou blijven in zijn bisdom.
Ondertussen deed Norbertus een beroep op de studenten van de beroemde kapittelschool van Laon, die door de Heilige Anselm van Canterbury was gesticht. Zeven studenten bleken bereid te zijn om te delen in het nieuwe ideaal van Norbertus, samen met zijn leerlingen Hugo van Fosses, Evermodus van Kamerijk, Ralf van Laon en Antonius van Nijvel.
In latere visioenen had Norbertus gezien hoe hij een wit habijt zou ontvangen van de Heilige Maagd Maria en hoe hij de regel van Augustinus van dezelfde zou ontvangen om het aan zijn volgelingen te geven. In het jaar 1120 werden ze inderdaad door bisschop Bartholomëus ingekleed als kloosterlingen in een wit habijt. Zo begon hun leven volgens de Regel van de Heilige Kerkvader Augustinus. In lemen hutjes leefden ze rond het kapelletje van Sint Jan de Doper met dezelfde eenvoud, liefde en blijmoedigheid als de eerste christengemeenschap van Jeruzalem.
De authentieke en edelmoedige geest van de nieuwe gemeenschap in Prémontré had zo een aantrekkingskracht, dat er binnen een jaar 40 medebroeders waren. Op Kerstdag, in 1121, legden ze hun geloften af. Dat is ook de reden dat de Reguliere Kanunniken van Prémontré Kerstmis als de geboortedag van hun orde vieren.