Ja, dat is natuurlijk iets dat vele jongeren denken. Bidden, stil zijn, elke dag dezelfde dagorde … begrijpelijk dat dit als saai overkomt. Toch is het niet zo.
De kern, ons geheim zo je wil, is dat wij geloven in God en Jezus Christus en dat wij ervan overtuigd zijn dat Hij elk van ons geroepen heeft. Wij zijn met heel ons hart – met alles wat we zijn – op die roepstem ingegaan en hebben ons leven aan Hem toegewijd. Als je leeft naar je hart, kan dat dan saai zijn? Als je kiest voor de levenswijze die je gelukkig maakt, kan dat dan als oervervelend ervaren worden? Sterker nog: wie aan dit leven als kloosterling begon had vaak het gevoel aan het begin van een avontuur te staan!
Een vergelijking kan het misschien duidelijker maken. Een visser zit soms urenlang aan de kant van het water, te turen naar een dobber, wachtend tot een vis toehapt op het aas en hij die vis aan de haak kan slaan. Is dat saai? Voor de wandelaar die toevallig voorbij komt misschien wel, maar voor de visser zelf zeker niet. Vissen is immers zijn passie. Hij houdt van de natuur die hem rust geeft. Vertel hem niet dat hij een saaie hobby heeft! Een kloosterling is een soort visser: ook hij is vervuld van een passie die maakt dat hij voor het kloosterleven gekozen heeft en waardoor hij deze levenswijze elke dag weer opnieuw een boeiend avontuur vindt.
Daarbij komt dat we naast het vaste levensritme van elke dag toch ook heel wat afwisseling hebben. Die afwisseling komt er door onze taken, door de vele verschillende mensen die we ontmoeten of die op onze een beroep doen, door de medebroeders – met elk zijn eigen persoonlijkheid – waarmee we samenleven. Dat alles maakt het zelf redelijk spannend. Elke dag is weer anders. Ons leven is best wel interessant. Je leert jezelf kennen, je leert God kennen en je leert je medemens kennen. Doordat we in gemeenschap leven maken we vanalles met elkaar mee, dat is plezant om te beleven.