);

Ons leven

Leven met Christus als leidsman

Naar het voorbeeld van de H. Norbertus, de stichter van onze Orde, bestaat onze roeping als norbertijnen van Tongerlo er allereerst in ons leven geheel en al af te stemmen op Christus.

De gezindheid die Christus Jezus bezielde willen wij ook tot de onze maken. Hij nodigt ons uit onszelf te ontledigen en te overstijgen om los te breken uit onze zelfzucht en te leven voor God en onze medemensen.

Als kloosterlingen verlangen wij er naar dag aan dag een Godgewijd leven te leiden en te komen tot een steeds grotere gelijkvormigheid met Christus.

 

De hoogste norm van ons leven is het volgen van Christus
zoals dat wordt voorgesteld in het Evangelie.

(Constituties van de orde, 48)

Leven van gebed en liturgie

 

Als gemeenschap van reguliere kanunniken leggen wij ons bijzonder toe op de viering van de eucharistie en van het getijdengebed, in verbondenheid met het gebed van de Kerk over de gehele wereld. Dit is meerdere malen per dag onze levengevende ontmoeting met God, die de grond en de toekomst van ons bestaan is.

In de lezingendienst voeden we ons met het Woord van God. In het morgengebed, zingen we Gods lof. Op de middag vieren we de eucharistie, het hart van ons leven en het middaggebed. In het avondgebed brengen wij God dank en bidden Hem om zegen over het werk van de dag en over alle mensen. De completen sluiten de dag biddend af.

Ook in persoonlijk gebed en meditatie wordt ruimte en tijd vrij gemaakt voor de verdieping van onze persoonlijk relatie met God en met Christus.

 

De eucharistie is het hoogtepunt van ons leven in communio.
(Constituties van de orde, 58)

Leven in gemeenschap met broeders

Door het samenleven in een gemeenschap duiden wij aan dat wij als broeders naar elkaar toe en voor elkaar bestaan.
Onze broederlijke band van eenheid berust op het bewustzijn en de ervaring dat God aanwezig is in elke medebroeder.
Als broeders die elkaar gegeven zijn, beleven wij een duurzame lotsverbondenheid met elke medebroeder; delen wij elkanders vreugde en verdriet, zorgen en geluk.

 

De gave van onszelf in onze eeuwige professie,
verbindt ons ten volle met de gemeenschap van onze broeders.

(Constituties van de orde, 19)

Leven in dienst van de Kerk

 

Onze abdijgemeenschap leeft in nauwe verbondenheid met de gehele Kerk en met alle mensen. Tot dienst binnen die Kerk is zij geroepen en wordt zij gezonden.
Onze opdracht tot verkondiging wordt vooreerst gerealiseerd door het christelijke getuigenis van ons Godgewijd gemeenschapsleven.
Vervolgens vervult de abdijgemeenschap haar dienst aan de Kerk door haar liturgisch gebed, haar openheid, onthaal en gastvrijheid, en in de pastorale opdracht die aan medebroeders wordt toevertrouwd.

 

Christus de gezondene Gods,
maakt ons door zijn Geest tot deelgenoten van zijn zending.
(Constituties van de orde, 23)

De H. Norbertus

norbertus 100
               H. Norbertus

De H. Norbertus stamde uit het adellijk geslacht van de Heren van Gennep aan de Maas. Omstreeks 1100 werd hij kanunnik van het St.-Victorkapittel van Xanten. Hij bleef een vrij werelds leven leiden aan het hof van Keizer Hendrik V. Na een bekeringsproces werd hij in december 1115 priester gewijd en raakte hij geboeid door de armoedebeweging van de pauperes Christi. Vanuit het ideaal om ‘arm de arme Christus’ na te volgen, en met de toestemming van de paus, trok hij als rondtrekkend prediker door vele landen.

Onder stimulans van Bartholomeüs van Laon vormden Norbertus en zijn gezellen een nieuwe kloostergemeenschap in het dal van Prémontré en legden er in de kerstnacht van 1121 hun geloften af. Omdat Norbertus had vernomen dat het apostolische leven door de H. Augustinus was hernieuwd en in een regel was vastgelegd, opteerde hij voor de vrij strenge richtlijnen van de aan deze kerkvader toegeschreven Ordo Monasterii.

De orde werd in 1126 definitief goedgekeurd door paus Honorius II en kende daarop al snel een grote bloei. Norbert bleef actief als rondtrekkend prediker om kandidaten te werven die met hem wilden samenleven zoals de eerste christengemeente van Jeruzalem dit had gedaan (Hand. 4,31-35). In 1126 werd hij aartsbisschop van Maagdenburg. Daar zette hij zich samen met medebroeders in om zijn aartsbisdom te hervormen. Na een uitputtende Romereis als aartskanselier van het keizerrijk, overleed Norbertus te Maagdenburg op 6 juni 1134.

 

Zij wilden de H. Schrift volgen
en Christus als leidsman nemen.
(Uit de Vita A van de H. Norbertus, 12)

De H. Augustinus

augustinus 100
H. Augustinus

De H. Augustinus werd geboren in 354, in het Noord-Afrikaanse Thagaste. Niettegenstaande het goede voorbeeld van zijn ouders leidde hij tijdens zijn jeugd een erg oppervlakkig leven. Toch ontstond tijdens zijn studiejaren een onrustig verlangen naar ware wijsheid. Deze zoektocht bracht hem na veel omwegen in Milaan waar hij in contact kwam met bisschop Ambrosius.

Toen hij, inwendig verscheurd, in een naburige tuin een kind hoorde zingen: ‘Neem en lees’, opende hij het boek met de brieven van Paulus en las daar de uitnodiging om zich los te maken van zijn losbandig leven en zich met Christus te bekleden (Rom. 13,13-14). Augustinus en zijn vrienden trokken zich terug te Cassiciacum in voorbereiding op het doopsel dat hen in de paasnacht van 387 door Ambrosius werd toegediend.

Augustinus koos van bij de aanvang ook voor een leven als monnik: eerst in zijn ouderlijk huis te Thagaste en later te Hippo waar hij in 391 tot priester was gewijd. Ook toen hij in 396 bisschop werd van deze stad, vormde hij zijn bisschopshuis om tot een klooster. Kort nadien schreef hij zijn Regel, waarin hij zijn ideaal verwoordde om te leven zoals de eerste christengemeente van Jeruzalem. Tot aan zijn dood op 28 augustus 430 is Augustinus trouw gebleven aan dit ideaal.



Allereerst moet u eensgezind tezamen wonen,
één van ziel en één van hart op weg naar God.
Want is dat juist niet de reden waarom u bent gaan samenwonen?
(Regel 1,2)

Video

Bekijk hier een 30 min durende video over het norbertijns leven in Tongerlo (3 delen):

 

 

 

 

Beluister hier een reeks opnames van de Maria-antifonen op het einde van de vespers: