);
Door het samenleven in een gemeenschap duiden wij aan dat wij als broeders naar elkaar toe en voor elkaar bestaan.
Onze broederlijke band van eenheid berust op het bewustzijn en de ervaring dat God aanwezig is in elke medebroeder.
Als broeders die elkaar gegeven zijn, beleven wij een duurzame lotsverbondenheid met elke medebroeder; delen wij elkanders vreugde en verdriet, zorgen en geluk.
De gave van onszelf in onze eeuwige professie,
verbindt ons ten volle met de gemeenschap van onze broeders.
(Constituties van de orde, 19)