);
Boven het hoogaltaar in de basiliek van Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans in Fatima – zeer dicht bij de precieze plek waar op 13 oktober 1917 de Heilige Maagd Maria zich kenbaar maakte met de woorden “Ik ben de Vrouw van de Rozenkrans” – hangt een schilderij dat toont weergeeft hoe Onze Lieve Vrouw haar boodschap brengt aan drie kleine herders: de Zalige Francisco Marto, Zalige Jacinta Marto en Dienares Gods Lúcia Santos die al voor haar komst in het voorgaande jaar werden voorbereid door hun ontmoeting met Christus in de H. Eucharistie.
Lúcia Santos zou later kloosterlinge worden bij Zusters van de Heilige Dorothea met de kloosternaam Zuster Maria das Dores. Nog later werd zij karmelietes en werd wereldwijd beter bekend als “Zuster Lucia” van Jezus en van het Onbevlekte Hart.
In het midden van het schilderij staat Onze Lieve Vrouw en zij kijkt neer op de bisschop van Fatima en de drie kinderen, achter de schouders van Onze Lieve Vrouw is de koepel van de Sint-Pietersbasiliek in Rome, en de drie pausen die nauw verbonden
waren met Fatima voor de tijd van de zalige Johannes Paulus II: de eerbiedwaardig Pius XII, de ‘paus van Fatima’, de zaligeJohannes XXIII, de eerste paus die Fatima bezocht heeft (in mei 1956, toen hij nog kardinaal Patriarch van Venetië was), en de dienaar Gods Paulus VI, die drie afzonderlijke verwijzingen naar Fatima gemaakt heeft op het Tweede Vaticaans Concilie. Hij werd ook de eerste paus dieals pelgrim naar Fatima te reizde, in mei 1967, tijdens het 50-jarig jubileum van de verschijningen.
Zijn Heiligheid Paus Benedictus XVI bezocht Portugal in 2010 o.a. omwille van de tiende verjaardag van de zaligverklaring van Jacinta en Francisco.
Hij sprak toen ook duidelijk over het toenemende belang van Fatima in de Kerk in zijn homilie tijdens de H. Mis op de Esplanade van het heiligdom, 13 mei 2010:
Wie meent dat de profetische zending van Fatima afgelopen is, vergist zich. Hier herleeft het plan van God dat de mensheid sinds zijn ontstaan interpelleert: “Waar is uw broer Abel? (…) het bloed van uw broer roept uit de grond tot mij!” (Gen. 4, 9). De mens heeft een cyclus op gang weten te brengen van dood en terreur maar hij slaagt er niet in die te onderbreken … In de Heilige Schrift blijkt dikwijls dat God op zoek is naar rechtvaardigen om de stad van de mens te redden en dat is ook zo in Fatima, wanneer Onze Lieve Vrouw vraagt: “Wilt gij u geven aan God om al het lijden op u te nemen dat Hij u zal willen toezenden, als herstel voor de zonden waardoor Hij beledigd wordt en als voorspraak voor de bekering van de zondaars”?
Dit laatste zinnetje van de pauselijke toespraak tot de katholieke jongeren van de gehele wereld was een oproep van onze-Lieve-Vrouw tot de drie herdertjes van Fatima bij haar eerste verschijning . Er is zo veel geschreven over Fatima, toch willen wij hier op Jongerlo ons beperken tot deze oproep.
Door tussenkomst van de kinderen van Fatima richtte de heilige Maagd Maria zich vandaag tot u
We leven in een wereld waar het zondebesef verloren is gegaan. Ontrouw lijkt te heersen. Boete en bekering is het antwoord van Fatima.
De ware zin van ons leven is bij God te vinden en paus Paulus VI heeft, toen hij in 1967 als pelgrim naar Fatima ging, in een van zijn preken gezegd: “De boodschap van Fatima is een oproep tot gebed en boete”. Wie leert bidden zoals in Fatima gevraagd werd, vergeet zichzelf voor de anderen en bidt met het hart: “Bid toch, bid veel, breng offers voor de zondaars, want veel zielen gaan naar de hel omdat niemand zich voor hen opoffert of voor hen bidt” (O.L. Vrouw op 19 augustus 1917).
Zuster Lucia benadrukt haar hele leven lang dat het haar steeds duidelijker werd dat de bedoeling van alle verschijningen was om de mensen te helpen steeds meer te groeien in geloof, hoop en liefde. Al het andere was bedoeld om hiertoe te leiden.
De Drieëenheid regelde alles zó in het Rijk der genade, dat de toegang tot het Goddelijk Hart van Jezus, “fons vitae et sanctitatis – bron van leven en van heiligheid”, het best verkregen wordt door het Onbevlekt Hart van Maria, de “pervia coeli porta – de open deur van de hemel”. Meer en meer dringt Goddank de waarheid omtrent de taak van Maria bij het verlossingswerk en de heiliging der zielen door tot het bewustzijn der gelovigen. Steeds beter leerden wij Haar kennen als deelgenote van de Verlosser, die haar deel mocht voegen bij de hoogste voldoeningsdaad van Jezus Christus.
(Aankondiging van de Toewijding van Nederland aan het Onbevlekt Hart van Maria op Zondag 3 oktober 1943 door de Nederlandse Bisschopen)
Voorspreekster en Middelares van de genade
“Gij zijt heel en al opgenomen
in het enige, universele middelaarschap van Christus;
smeek dan bij God
een volledig vernieuwd hart voor ons af,
een hart dat God met alle kracht bemint
en de mensheid dient zoals Gij gedaan hebt.
Gebed van Vergiffenis (Engelbewaarder van Portugal lente 1916)
Mijn God, ik geloof, aanbid, hoop en bemin U. Ik vraag U vergiffenis voor hen die niet geloven, niet aanbidden, niet hopen en U niet beminnen.
Gebed van eerherstel aan de Heilige Drieëenheid (Engelbewaarder van Portugal herfst 1916)
Allerheiligste Drieëenheid, Vader, Zoon en Heilige Geest, ik offer U op het kostbaar Lichaam en Bloed, Ziel en Godheid van Jezus Christus onze Heer, vertegenwoordigd in alle heilige tabernakels van de wereld, tot eerherstel van alle beledigingen, heiligschennissen en onverschilligheden waardoor Hij beledigd wordt. Door de oneindige verdiensten van het Heilig Hart van Jezus en het Onbevlekte Hart van Maria, bid ik om de bekering van onze zondaars.’
Gebed van offer en herstel (O.L.Vrouw 13 juni 1917)
O Jezus, dit doe ik uit liefde tot U, voor de bekering van de zondaars en om eerherstel te brengen voor de zonden tegen het Onbevlekt Hart van Maria.
Het tientje-gebed (O.L.Vrouw 13 juli 1917)
Tussen de tientjes van de Rozenhoedje bidt, na het Gloria Patri:
O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden, behoed ons voor het vuur van de hel, neem in uw paradijs alle zielen op , vooral diegene die Uw Barmhartigheid het meest nodig hebben.
Op de eerste zaterdag van elke maand
(O.L.Vrouw 10 december 1925 aan Zr. Lucia, toen de enige van de drie zieners nog in leven)
Bezie mijn Hart met de doornen omringd die de ondankbare mensen er in duwen door hun godlasteringen en hun ondankbaarheid. U, ten minste, troost mij en zeg hen dat ik beloof ze in hun stervensuur ter hulp te komen met de nodige genaden voor de zaligheid van al degenen die de eerste zaterdag op vijf elkaar volgende maanden:
1. Hun zonden biechten en de heilige communie ontvangen
2. De Rozenkrans bidden (5 tientjes)
3. Mij gezelschap houden gedurende een kwartier en de Mysteries van de Rozenkrans overwegen.
4. Dat alles, met het inzicht de smaden die mijn Onbevlekt Hart beledigen, te herstellen
N.B.: De biecht mag geschieden in de acht dagen voor of na de eerste zaterdag. Het Rozenhoedje mag gezegd worden op alle uren van de dag. Men kan meerdere of een enkel mysterie overwegen gedurende een extra kwartier van gebed, niet te verwarren met de tijd gewoonlijk genomen om de rozenkrans hardop te bidden.
Er wordt wel eens gevraagd waarom Onze-Lieve-Vrouw gevraagd heeft voor communies van eerherstel op vijf eerste zaterdagen, in plaats van een ander getal. Onze Lieve Heer beantwoorde die vraag toen Hij verscheen aan Zr Lucia op 29 mei 1930. Hij legde uit dat het omwille van de vijf soorten delicten en godslasteringen tegen het Onbevlekt Hart van Maria was: godslasteringen tegen haar Onbevlekte Ontvangenis, tegen haar eeuwige maagdelijkheid, tegen de goddelijke en spirituele moederschap van Maria, godslasteringen met betrekking tot de afwijzing en onteren van haar beelden, en de verwaarlozing van het zaaien in de harten van kinderen de kennis en liefde van de Onbevlekte Moeder.
De basiliek van Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans in Fatima.