);
De evangelies vertellen ons zeer weinig over deze bescheiden figuur. Maar gelukkig komen we via de evangelisten Matteüs en Lucas toch het een en ander te weten.
De heilige Jozef wordt vooral vernoemd bij de geboorteverhalen over Jezus. Zo lezen we dat Maria verloofd was met Jozef maar ook dat Maria zwanger werd van de heilige Geest nog voordat ze gingen samenwonen (Mt 1,18). Daarom wilde Jozef in stilte van Maria scheiden (Mt 1,19), maar in een droom verscheen Hem een engel die hem uitlegde hoe het Kind in Maria’s schoot van de heilige Geest was. Hij kreeg de opdracht Maria toch tot vrouw te nemen om zo de voedstervader van Jezus te worden (Mt 1,20).
Later verschijnt nogmaals een engel aan Jozef om hem te waarschuwen voor de de moordzuchtige plannen van koning Herodes. Die wilde in Betlehem alle jongens van twee jaar en jonger vermoorden.
Een engel van de Heer verscheen in een droom
aan Jozef en sprak:
“Sta op, neem het Kind en zijn moeder,
vlucht naar Egypte en blijf daar tot ik u waarschuw,
want Herodes komt het Kind zoeken om het te doden.”
(Mt. 2,13)
Jozef, Maria en het Kind Jezus vluchtten dus naar Egypte. Na de dood van koning Herodes konden ze weer veilig naar Israël terugkeren en vestigden ze zich in Nazareth (Mt 2,19-23). Daar moet Jozef het beroep van timmerman hebben uitgeoefend, want elders in de evangelies wordt Jezus ‘de zoon van de timmerman’ genoemd (Mt 13,55; Mc 6;3).
Jozef is een merkwaardig goed mens geweest! Geïnspireerd door de heilige Geest heeft de heilige Matteüs de Evangelist hem zelfs een bijnaam gegeven: “de rechtvaardige” (Mt 1,19).
Dat wil niet alleen zeggen dat hij aan God en aan iedereen het zijne gaf. Hij is ook zelf een deugdzame man geweest en dus in alles rechtschapen en zonder kronkelpaden in zijn handelen of karakter. Zo een goed en diep mens is er zelden geweest, waarin geen bedrog of valsheid en ook geen eerzucht of liefdeloosheid werd gevonden.
Hij was zoals zijn heilige bruid Maria van Davids stam en dus ook van koninklijke bloede (Mt. 1,1-16). Evenals zijn vrouw Maria heeft hij zich onverdeeld aan God gegeven en heeft hij een leven van maagdelijkheid geleefd. Vandaar dat hij soms wordt afgebeeld met een lelie in de hand.
De heilige Jozef is dus in eerste instantie de voedstervader van Onze Heer Jezus Christus geweest.
Als bruidegom van de beste en schoonste van alle vrouwen, was hij wel niet lichamelijk de vader van Jezus Christus (die is immers ontvangen van de heilige Geest), maar wel rechtens de vader van Gods Zoon. Zo heeft God gewild dat zijn zeer beminde Zoon aan Jozef zou worden toevertrouwd. Zijn Zoon had op aarde immers een voedstervader nodig.
Daarom werd Jozef ook uitzonderlijk begenadigd door God, want als onze Heer een mens roept tot een taak, dan geeft Hij hem ook alle talenten die hij voor die taak nodig zal hebben. Naast Maria heeft Jozef de grootse taak vervuld die ooit een mens heeft vervuld, namelijk de Zoon van God opvoeden voor het leven. Jozef heeft zijn taak zeer goed volbracht en zo werd de Zoon van God ook de Zoon van een eenvoudige timmerman uit Nazareth.
God heeft de mensheid dus twee prachtige mensen als idealen gegeven:
Sint Jozef voor de mannen als voorbeeld van echte mannelijkheid, trouwe vaderschap en eerlijke rechtschapenheid.
De Heilige Maagd Maria voor de vrouwen als voorbeeld van een echte, diepe en gave vrouwelijkheid en moederlijkheid.
Samen zijn ze als het heilig Gezin van Nazareth de idealen voor alle christelijke gezinnen (dus ook in onze tijd). Daarom mogen de huidige gezinnen, maar ook de toekomstige vaders en moeders, veel bidden op voorspraak van Maria en Jozef, opdat hun gezinnen dezelfde vrede, vreugde en heiligheid mogen hebben als die van Nazareth.
Nu is dit niet een zaak van een individu of de individuele gezinnen, want als een deel ziek is, dan wordt op den duur ook het geheel ziek! Daarom is het zo belangrijk dat gezinnen in onze tijd hun toevlucht nemen tot de heilige huisvader Jozef.
Zijn gezin blijft het model voor onze tijd. Laat de vaders zijn als Jozef en de moeders als Maria. Alleen zo zullen gezinnen weer een veilig haven worden om kinderen in geloof, vreugde en zuiverheid te laten opgroeien.
In de 15de eeuw komt de verering van de H. Jozef op gang. Zijn verering werd vooral door de heilige Birgitta van Zweden en de heilige Bernardinus van Siena bevorderd. Het feest van de H. Jozef werd definitief voor de Kerk op 19 maart voorgeschreven in het jaar 1621. Paus Pius IX (1846 – 1878) heeft hem tot patroon van de St. Jozef is tevens de patroon van een zalige dood (bij zijn sterven waren Jezus en Maria aanwezig).
Wij vereren Jozef nu vooral als voedstervader van Jezus en de heilige bruidegom van Maria. Jozef zelf bleef altijd op de achtergrond, want het ging uiteindelijk om Jezus, maar Paus Leo XIII (1878-1903) heeft hem als voorbeeld bewust naar voren gehaald als Patroon en beschermer van de Kerk. Als beschermer van het kleine huisgezin, is hij ook de beschermer geworden van Gods grotere huisgezin: de Kerk.
Tot U, heilige Jozef,
nemen wij onze toevlucht in onze noden
en na de hulp van uw zeer heilige Bruid
te hebben ingeroepen,
smeken wij met vertrouwen ook uw bescherming af.
Wij bidden u ootmoedig:
zie met goedheid neer op het erfdeel,
dat Jezus Christus door zijn bloed heeft verworven,
en help ons in onze noden door uw machtige bijstand.
Dat vragen wij u omwille van de liefde,
die u heeft verbonden met de onbevlekte Maagd
en Moeder van God,
en omwille van de vaderlijke tederheid
waarmee gij het Kind Jezus hebt aanvaard.
Zorgzame bewaarder van het heilig Huisgezin,
bescherm de uitverkoren kinderen van Jezus Christus.
Liefdevolle vader,
houdt ons ver van dwaling en zedenbederf.
Machtige beschermer,
sta ons vanuit de hemel genadig bij
in de strijd tegen de machten van de duisternis,
en zoals gij weleer het Kind Jezus
uit het grootste levensgevaar hebt gered,
zo verdedig nu ook de heilige Kerk van God
tegen vijandelijke aanslagen en alle tegenwerking.
Neem ieder van ons in uw blijvende bescherming,
opdat wij, naar uw voorbeeld
en gesteund door uw hulp,
heilig leven, zalig sterven
en het eeuwig geluk in de hemel verkrijgen.
AMEN.
Laten wij als biddende kinderen van Gods grote huisgezin, de Kerk, de heilige voorspraak van Jozef vragen: