);

Het sacrament van de wijding (Priesterschap)

“Als het sacrament van het priesterschap niet bestond, dan zouden wij Onze Heer niet hebben. Wie heeft Hem daar in het tabernakel geplaatst? De priester. Wie heeft uw ziel aangenomen bij uw binnentreden in het leven? De priester. Wie voedt haar met het Lichaam en Bloed van Christus en wie bereidt haar voor om voor God te verschijnen? De priester, altijd de priester. Wat een belangrijk persoon is de priester! God gehoorzaamt hem! Hij spreekt twee woorden en Onze Lieve Heer komt daarop uit de hemel neerdalen in een kleine hostie”.
(H. Pastoor van Ars, 1786-1859).

ars_15b

Het priesterschap van Christus.

Deze catechese over het sacrament van de wijding begint bij het begin: het priesterschap van Christus zelf. Maar …., zo zal men opwerpen, Christus was toch helemaal geen priester?

Inderdaad, Christus was geen priester. Toch niet in de zin zoals het Israël ten tijde van Jezus z’n priesters had. Deze priesters, uit de stam van Levi, deden dienst in de tempel van Jeruzalem. Hun taak was het om de mensen bij God te vertegenwoordigen en om in hun naam offers op te dragen voor hun zonden. Door de offers werden zij weer met God verzoend.

Zulk een priester is Jezus dus nooit geweest. Maar toch deed Hij iets vergelijkbaars met wat de tempelpriesters in Jeruzalem deden. Door zijn kruisdood heeft Jezus zichzelf namelijk als offer opgedragen aan de Vader en zo de mensheid eens en voorgoed met God verzoend. In die zin was Jezus dus zowel het offer (Zichzelf) als de priester die het offer opdroeg op het “altaar” van het kruis.

priesterschap_LR (12)

Er is echter een belangrijk verschil tussen Christus en de tempelpriesters van Jeruzalem met hun offers.

In de tempel dienden de priesters telkens weer opnieuw offers te brengen om de mensen telkens weer opnieuw met God te verzoenen. Het offer van Zichzelf, dat Christus als priester opdraagt, is uniek: het is eenmalig, definitief en hoeft nooit meer herhaald te worden.

Na Christus zijn er geen priesters en geen offers meer nodig. Hij heeft het allemaal eens en voorgoed volbracht.

priesterschap_LR (14)

Het ambtelijke priesterschap in de Katholieke Kerk.

Als we het priesterschap van Christus goed begrepen hebben, dan rijst er een nieuwe vraag! Als het priesterschap als het offer van Christus uniek is geweest en als Hij het offer van zijn leven eens en voorgoed heeft opgedragen, hoe komt het dan dat er in de Kerk zoiets bestaat als een gewijd ambt? Zijn er dan nog wel priesters nodig in de Kerk?

Die vraag kunnen we beantwoorden door op zoek te gaan naar de betekenis van het ambtelijke priesterschap in de Katholieke Kerk. We geloven namelijk dat Christus, tijdens het Laatste Avondmaal, het priesterschap heeft ingesteld

om op die manier, langs het dienstwerk van de priester, tastbaar aanwezig te kunnen zijn in de Kerk. Doorheen de priester blijft Christus zijn Kerk besturen en opbouwen. Langsheen de priester, en doorheen de overige sacramenten waarvan hij de bedienaar is, blijft Christus zijn heil en genade aanbieden aan de gedoopten.

Met een moeilijke term zeggen we dan dat de priester handelt in persona Christi (in de persoon van Christus). Hiermee wordt dan bedoeld hoe Christus werkzaam is doorheen de priester. De priester is het instrument van Christus en hij treedt op in de persoon van Christus zelf. Dat betekent niet dat de priester plotseling een heilig man zo zijn, immuun voor elke menselijke zwakheid en vrij van zonde. Nee hoor, de priester is en blijft een gewoon mens zoals jij en ik. Maar deze menselijke beperktheid is geen hindernis of belemmering opdat Christus, doorheen de priester, zijn genade meedeelt aan de gelovigen. Het is immers niet de priester die handelt, maar Jezus Christus zelf dóór hem. Als de priester doopt, is het eigenlijk Christus die doopt. En als de priester de eucharistie viert is het eigenlijk Christus die het eucharistisch offer opdraagt. En als de priester het Evangelie verkondigt is het Christus die spreekt. En zo is het ook bij de andere sacramenten.

priesterschap_LR (08)

Om het verder te verduidelijken kunnen we het nog anders uitdrukken: het ambt van de priester is niet ingesteld om het priesterschap van Christus te vermenigvuldigen maar om het tegenwoordig te stellen. Net zo min als het eucharistisch offer, waarvan de priester de gewijde bedienaar is, bedoeld is om het unieke en alles omvattende offer van Christus te herhalen of aan te vullen. We moeten het eerder zó zien dat de priester, op grond van zijn wijding, optreedt als de ver-tegenwoordig-er van Christus. Door de priester en door zijn handelen is Christus tegenwoordig in zijn Kerk. Door de priester is Christus aanwezig als het hoofd van zijn Lichaam (de Kerk), als de herder van zijn kudde, als de hogepriester van het offer, als de leraar van de waarheid.

priesterschap_LR (10)

Een drievoudige opdracht.

Wanneer Christus de drie functies van priester, koning en profeet kunnen worden toegeschreven, dan deelt de priester ook in elk van deze drie functies.

De priester oefent de taak van ‘Christus als priester’ uit door het vieren van de heilige Eucharistie en door het offer van Christus op te dragen.

De taak van ‘Christus als profeet’ oefent hij uit door het Woord van God te verkondigen.

En de taak van ‘Christus als koning’ oefent hij uit door de Kerk en de mensen te dienen als bestuurder en goede herder.

De drie graden van het sacrament.

Het sacrament van de wijding krijgt concreet gestalte in drie wijdingsorden: bisschop, priester en diaken.

De bisschoppen bezitten de volheid van het priesterschap. Zijn zijn de opvolgers van de apostelen over wie Christus de heilige Geest heeft uitgestort. Op hun beurt hebben de apostelen door handoplegging de geestelijke gave meegedeeld aan hun medewerkers. Die geestelijke gave is dan verder doorheen de tijden overgeleverd van generatie op generatie via de bisschopswijding. Als opvolgers van de apostelen zetten zij Christus’ zending in deze wereld verder.

priesterschap_LR (16)
De bisschoppen hebben hun dienstwerk in gedeeltelijke zin overgedragen aan de priesters. Zij zijn de medewerkers van de bisschop en staan hem bij om zijn apostolische zending ten uitvoer te brengen. Een priester handelt dus nooit alleen of in eigen naam: hij treedt op in verbondenheid met zijn bisschop van wie hij zijn zending heeft ontvangen.

De bisschop en de priester delen in het priesterschap van Christus. De derde wijdingsorde, de diakens, behoren tot de graad van dienst en ontvangen een wijding in functie van het dienstbetoon. Hij ondersteunt de bisschop en de priester met zijn dienstwerk.

priesterschap_LR (04)

Wie kan priester zijn?

De Katholieke Kerk houdt voor dat alleen een gedoopte geldig de heilige wijding kan ontvangen. Zij doet dit op grond van het feit dat Christus enkel mannen heeft uitgekozen om zijn groep van twaalf apostelen te vormen. Christus had vele vrouwelijke volgelingen en hij had ook een zeer hoge waardering voor de waardigheid van alle vrouwen, maar Hij heeft alleen mannen uitgekozen om zijn apostelen te zijn. En de apostelen hebben op dezelfde wijze gehandeld toen zij hun medewerkers uitkozen.
Daarom erkent de Kerk dat zij door de keuze van haar Heer gebonden is aan deze traditie. Een vrouw is in de Kerk zeker niet minder waard als een man, maar zij heeft van Christus een andere roeping in de Kerk gekregen als de apostelen.

priesterschap_LR (07)
In de Latijnse Kerk wordt het priesterschap bovendien voorbehouden voor celibataire (ongehuwde) mannen. De priester wordt geroepen om geheel en onverdeeld ten dienste te staan van Christus en zijn Kerk. Zij geven zich totaal aan God en zijn mensen. Het celibaat is een teken van dit

nieuwe leven waaraan de bedienaar van de Kerk zich wijdt; met een blij hart aanvaard straalt het de boodschap van het Rijk Gods uit.

priesterschap_LR (03)

Bidden om priesters.

De Kerk heeft nood aan priesters. Zij brengen Christus tastbaar in ons midden. Daarom moet de Kerk ook bidden voor haar priesters opdat zij als heilige en toegewijde priesters door het leven zouden gaan, een voorbeeld waaraan vele gelovigen zich kunnen optrekken. Daarom ook moet de Kerk blijven bidden om nieuw priesters, om nieuwe roepingen, die het dienstwerk binnen de Kerk ook in de toekomst kunnen blijven uitoefenen.

priesterschap_LR (02)

God, Goede en Barmhartige Vader,
U hebt het verlossingswerk van uw Zoon
aan de priesters als Zijn plaatsvervangers toevertrouwd.
Wij bidden U, schenk ons heilige priesters,
die ontvlamd door het vuur van uw goddelijke liefde,
niets anders zoeken dan U in alles te dienen.
Schenk ook vele nieuwe roepingen in onze tijd,
want de oogst is groot,
maar er zijn weinig arbeiders om te oogsten.
Wij vragen U dit, in Naam van Christus onze Heer.
Amen.

De priester zet het verlossingswerk op aarde voort ….
Als men enig begrip had van wat de priester op aarde betekent,
dan zou men sterven, niet van vrees, maar van liefde…. Het priesterschap, dat is de liefde van het hart van Jezus.
(H. pastoor van Ars)
ars_15b