);
Jezus heeft ons uitgenodigd om altijd te blijven bidden. De concrete wijze waarop we aan Jezus’ verlangen kunnen voldoen kan echter heel divers zijn.
Er is het persoonlijke gebed, de stille aanbidding, bidden met bestaande gebeden. Een belangrijke vorm is ook het rozenkransgebed waarmee de via Maria tot Jezus gaan. Verder vermelden we ook de lectio divina als een vorm van gebed en meditatie vanuit de H. Schrift.
Één van de belangrijkste manieren waarop vele gelovige christenen kunnen bidden is het liturgische gebed dat we het getijdengebed noemen.
Nu heeft het getijdengebed door de vele eeuwen ook vele namen gekregen.
‘Getijdengebed’ is onze vertaling van wat in het Latijn liturgia horarium wordt genoemd. Eigenlijk betekent horarium ‘urengebed’, maar toch is ‘getijdengebed’ een goede vertaling. Want op vaste uren wordt het werk van iedere dag onderbroken door gebed. Op die manier wisselen werk en gebed elkaar af zoals eb en vloed dat doen bij de getijden van de zee. Zo wordt de hele dag geheiligd, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat.
Een tweede naam is het goddelijke officie (in het Latijn officium divinum). ‘Officie’ betekent hier een plicht of opdracht. Wij geloven dat Jezus mens is en ook God, en daarom is het dus een goddelijk officie, of opdracht, om altijd te blijven bidden.
Het getijdengebed heeft zoveel namen gekregen, omdat het de rijkste bron van gebed is voor de gelovige christenen. Iedereen wordt door de Kerk uitgenodigd om naar eigen vermogen deel te nemen aan het getijdengebed. Het wordt dan ook door vele geloven over de hele wereld gebeden. Zo wordt het privé gebeden, samen gebeden, in grote kathedralen, in arme huisjes, in kloosters, in paleizen en zelfs in gevangenissen.
Voor leken is het bidden van het getijdengebed altijd een vrijwillige keuze, maar voor priesters, diakens en kloosterlingen is het na de wijding of de geloften een verplichting. Op die manier worden de gelovigen al biddend in éénheid verzameld.
Het is dan ook zeer krachtig dat je als iemand uit België samen met medechristenen uit Brazilië of China precies hetzelfde gebed kunt opdragen aan God. Zo ontstaat er een ‘ketting’ van gebed die over de hele wereld rondgaat.
De aparte delen van het getijdengebed worden ‘uren’ genoemd. Over het precieze aantal bestaan verschillende tradities, maar ze gaan allemaal terug op gebruiken die we als christenen van de joodse gelovigen hebben geërfd.
Ongeveer 3200 jaar geleden heeft God al aan de joodse priesters gevraagd om ’s morgens en ’s avonds een offer op te dragen en daarbij ook te bidden (vgl. Ex. 29,38-39). Uit die traditie ontstonden meerdere momenten om de dag te heiligen.
“Ik prijs U zevenmaal elke dag
omdat Gij oordeelt naar recht”
(Psalm 119, 164)
Uiteindelijk vielen ook de offers weg en bleef alleen het geestelijke ‘offer van gebed’ over. In de Psalmen worden we nog steeds uitgenodigd om zeven keer per dag God te prijzen (vgl. vers 164 van Ps. 119).
Nu is het goed om te weten dat de namen voor de uren van iedere dag bij de joden en de Romeinen volledig anders waren als bij ons. Daarom kunnen de namen van sommige gebedsuren voor ons als moderne mensen een beetje gek lijken (de “sext” of het “zesde” uur is bijvoorbeeld om ongeveer twaalf uur ’s middags en niet om zes uur). Hier volgt een rijtje van de gebruikelijke namen en tijden waarop de uren worden gebeden:
±6:00 mag het morgengebed of lauden gebeden worden: het neemt in het algemeen het karakter aan van lof omwille van de nacht die voorbije is en het begin van de nieuwe dag die ons is geschonken.
± 9:00 mag het voormiddaggebed of terts worden gebeden als officie van het derde uur.
±12:00 mag het middaggebed of sext worden gebeden als officie van het zesde uur.
±15:00 mag het namiddaggebed of noon worden gebeden als officie van het negende uur
± 18:00 mag het avondgebed of vespers worden gebeden: aan het einde van de dag wordt dan vooral gedankt om wat ons doorheen de dag is geschonken.
In onze abdij van Tongerlo hebben we vijf van deze gebedsuren. We bidden dan samen het morgengebed en de lezingendienst, het middaggebed (samen met de eucharistie), het avondgebed en de dagsluiting.
Er zijn echter ook kloosters en abdijen waar alle zeven gebedsuren worden gebeden!
Alle uren of getijden worden geopend met een openingsvers en op het einde afgesloten met een slotvers en zegen. Verder wordt er steeds een hymne gezongen, gevolgd door een aantal psalmen (aangevuld met een lofzang uit het Oude Testament in het morgengebed en een lofzang uit het Nieuwe Testament in het avondgebed).
In het hart van elke gebedstijd staat steeds een lezing uit de H. Schrift, welke beantwoordt met een kort antwoordvers. ’s Morgens bidt men dan de lofzang van Zacharias, ’s avonds de lofzang van Maria en in de completen de lofzang van Simeon. In het morgen- en avondgebed worden ook voorbeden uitgesproken voor Kerk en wereld. Deze gebeden worden afgesloten met het Onze Vader. Elk gebedsuur eindigt met het slotgebed, het slotvers en soms ook een zegen.
De psalmen nemen dus een belangrijke plaats in. Wie het volledige getijdengebed bidt zal in een cyclus van vier weken bijna alle 150 psalmen gebeden hebben.
Het getijdengebed is echter niet altijd hetzelfde. Al naargelang de tijd van het jaar (advent, kersttijd, vasten, paastijd …) of het feest veranderen sommige psalmen, hymnen, teksten, en gebeden. Hierdoor ontstaat er over het hele jaar heen een rijke afwisseling.
Om het getijdengebed te bidden kan je aansluiten bij het gebed van kloosters en abdijen die hun kerk of kapel daarvoor openstellen.
Je kan het getijdengebed ook privé bidden wanneer je daarvoor het Getijdenboek aanschaft. Dat is misschien een dure investering en gelukkig bestaat er een goedkope en minder omvangrijk alternatief: het Klein Getijdenboek. Je kan zelfs het getijdengebed on-line meebidden via het internet. Er besata zelfs een getijdengebed speciaal voor kinderen. Consulteer daarvoor de website www.radiomaria.nl
Blijf in ieder geval bidden. Het is immers de enige manier om je geloof levend te houden en het getijdengebed kan daarbij een uitstekend hulpmiddel zijn.
Ten slotte wordt het getijdengebed ook door velen gezongen (ook hier in de Abdij van Tongerlo). Dat maakt het niet allen aangenaam en feestelijk, maar de Heilige Augustinus zei reeds in zijn tijd: wie zingt, bidt dubbel (Qui cantat bis orat)!