);
Vele mensen vinden bidden moeilijk omdat ze niet goed weten wat ze moeten zeggen. Na enkele zinnen zijn ze uitgepraat. Dan is er stilte en denkt men dat het gebed niet goed is of niet goed meer gaat. Begrijpelijk, uiteraard. Maar toch mist men op de wijze de essentie van gebed. Méér dan een non-stop gesprek is bidden een vorm van aanwezigheid.
Door te bidden geef je aan God eerst en vooral te kennen dat je in zijn aanwezigheid wil vertoeven. Dat je bij Hem wil zijn. Het is zoals twee geliefden. Voor hen is ‘bij elkaar zijn’ het belangrijkste. Wat er gezegd wordt, komt pas op de tweede plaats. En reeds in elkaars aanwezigheid vertoeven schenkt voldoening en geluk. Zo is het ook in het gebed, tussen God en mij. We zeggen dan eigenlijk: ‘Heer, hier zijt Gij en hier ben ik. Dat is mij genoeg.
Gewoonlijk spreekt men over vier types van gebed, die vaak zelfs in elkaar overgaan: het smeekgebed, het gebed om vergiffenis, het dankgebed en het lofgebed. Je kan dit ook de vier ‘toonaarden’ noemen waarin wij ons tot God kunnen richten.
Ons bidden zal heel dikwijls smeekgebed zijn. Jezus zelf vroeg in de Olijfhof: ‘Laat deze beker aan Mij voorbijgaan’ (Lc. 22,42) en op het kruis riep Hij: ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?’ (Mt. 27,46). Zo zijn er ook tal van smeekpsalmen, zowel om bevrijding uit persoonlijke nood als om redding van het volk uit een hachelijke situatie. een voorbeeld hiervan is Psalm 42.
Jezus heeft ons ook gezegd dat we mochten blijven aandringen in ons gebed, zoals een vriend die zijn buurman ’s nachts uit bed haalt: ‘Klopt en er zal worden opengedaan’ (Lc. 11,5-9). Of zoals de weduwe aandrong bij de goddeloze rechter (Lc. 18,1-8).
We mogen dus gerust hart de hemel bestormen met als onze smeekbeden. Het is niet verkeerd om God van alles te vragen. Het hoeft niet steeds om materiële zaken te gaan. Of om zeer concrete gunsten. Het kan ook gaan om een algemene bede om bijstand, om verlichting, om Gods genade te mogen ontvangen.
In zijn goedheid zal God ons dan ook geven wat goed voor ons is. God iets durven vragen kan juist een teken zijn van groot geloof, van een diep vertrouwen dat Hij ons zal leiden op onze levensweg.
Ons smeekgebed kan soms de zeer specifieke vorm aannemen van een bede om vergeving. Inderdaad, soms beseffen we dat we tegen God hebben misdaan. Dat we niet naar zijn geboden hebben geleefd en dat we tekort schieten in de beleving van het Evangelie.
Het gebed om vergiffenis verwoordt dan ons berouw om de zonden die we hebben begaan en het geeft tevens uitdrukking aan onze bekeringswil. Vaak begint het bij de schaamte om wat gebeurd is. Maar gaandeweg komen de pijn die we anderen berokkend hebben en vooral het te kort schieten tegenover de liefde van God zelf sterker naar voren. In het psalmenboek vinden we ook een mooi voorbeeld dit genre van gebeden: psalm 51.
Het gebed om vergiffenis kan uitmonden in de nood om daadwerkelijk, op sacramentele wijze, God vergiffenis te ontvangen. Dat kan dan in het sacrament van de verzoening.
Op sommige dagen ervaren we ons leven soms als één doorlopend geschenk. Wij zijn vol vreugde en blijdschap. Bidden zal dan danken zijn voor wat we uit Gods hand ontvangen hebben.
En hoeveel hebben wij niet van God gekregen ! Hoe sterker ons geloofsleven wordt, hoe meer redenen we zullen vinden om te danken. Want alles is gratis, gave, pure genade. Kijk maar eens in psalm 118, elke vers dankt.
Maar het dankgebed bij uitstek is de eucharistie. Het eerste deel van het eucharistisch gebed de prefatie, is steeds een zuiver dankgebed. We danken er om de schepping, om de verlossing en om de komst van de Heer in de viering.
Bij het dankgebed is er steeds een speciale reden om te danken. We hebben iets gekregen en daarom danken we. Uit zo’n dankgebed groeit een lofgebed als die speciale reden minder belangrijk wordt.
Het echte lofgebed is helemaal op God gericht. Wij loven en prijzen Hem, niet omwille van deze of die gunst, maar om Hem zelf, omdat Hij bestaat. Om al zijn wonderen. Omdat Hij onze God wil zijn en wij zijn kinderen mogen zijn. Omdat God God is.
Een mooi lofgebed vinden we in psalm 150.
Bidden zonder woorden: gewoon God God laten zijn. Hem de kans geven tot jou te spreken. Je hoeft niets te zeggen, Hij zal je hart doorgronden. In stilte bij God ‘zijn’ zonder iets te moet ‘doen’.
Bidden met je eigen woorden: Je kan ook alles aan God zeggen met je eigen woorden. Je hart laten spreken. Misschien is dit wel de moeilijkste vorm, omdat je niet steeds onderwoorden kan brengen wat er in je leeft. Maar God luister ook naar een half woord. Maak je dus geen zorgen om de schamelheid van je eigen gebed.
De 150 psalmen uit het Oude Testament vormen een rijke inspiratiebron voor het gebed. Daarom nemen ze ook een belangrijke plaats in binnen het gebedsleven van elke priester en kloosterling. Maar ze kunnen uiteraard ook zeer nuttig zijn voor elke gelovige. Dus ook voor jouw gebed!
Eigenlijk kan je altijd en overal bidden. ‘Bid en smeek in de Geest bij elke gelegenheid en op allerlei wijze’, zo schrijft de apostel Paulus (Ef. 6,18).
Door voortdurend te bidden laat je God toe in je leven en probeer je te leven in Gods tegenwoordigheid. Je wordt er niet zwakker door, maar juist sterker en moediger. Het geheim van die moed is het besef dat er Iemand achter je staat. Om die dimensie voortdurend in herinnering te brengen, moet je veel bidden. Zo maar in het voorbijgaan even God danken; Hem hulp vragen bij alles wat je doet.
Concreet vertaalt zich dat bijvoorbeeld in een morgengebed, om God te danken voor de nieuwe dag, om Hem te vragen om geloof en standvastigheid, om zegen te vragen over je goede werken,… En ’s avonds, als alles eindelijk stil geworden is, leggen wij in ons avondgebed de hele voorbije dag in Gods handen.
Buiten deze twee belangrijke scharniermomenten zijn er nog vele andere ogenblikken waarop wij – lang of kort – kunnen bidden. Zo kan je bidden voor en na het eten, voor een les, voor een belangrijke test, voor het starten van het werk helpt ons om steeds in Gods tegenwoordigheid te handelen. An ook bidden op de bus of de trein. Wanneer je ergens in de rij moet staan of wachten.
Ook de rozenkrans is een goed gebed om de verloren
momenten op een dag al biddend te “gebruiken”. Draag er steeds een op zak. Hij zal je meermaals per dag herinneren aan Gods tegenwoordigheid. Een kaartje met je favoriete gebeden is een goede gids als je woorden tekort komt.
En tot slot: er is altijd tijd, plaats en gelegenheid voor het kortste gebed dat er bestaat: het kruisteken. Door onszelf te tekenen met het kruis richten we ons tot het mysterie van de liefde: de drie-enige God, Vader, Zoon en heilige Geest. Met ons hand trekken we de lijn van de verlossing: verticaal, van de Vader in de hemel naar de Zoon op de aarde, die ons door Zijn kruis verlost heeft; en horizontaal: de Geest die alle mensen als kinderen van één Vader tot broeders en zusters van elkaar maakt. Een kruisteken kunnen we altijd maken, als we er tenminste niet te beschaamd voor zijn.
Via deze links kan je enkele mooie gebeden vinden:
http://users.pandora.be/katholieke-informatie/gebeden.html
http://home.hetnet.nl/~dekenaat-weert/katholiek/katholiek.htm
http://www.jongerlo.org/geboeid_door_jezus/geboeid_door_jezus_index.htm