);
De profeet Elia kunnen we wel een van de kleurrijkste profeten van het Oude Testament noemen. Hij kende veelbewogen leven en heel wat pittige verhalen over hem kunnen we nalezen in de Bijbelboeken I en II Koningen. In deze catechese maken we kennis met zijn leven en boodschap.
De profeet Elia leefde in de 9de eeuw voor Christus. Een eeuw voordien was het koninkrijk Israël, dat een hoogtepunt bereikt had onder koning David en koning Salomo, uiteengevallen in een zuidrijk Juda en een noordrijk Israël.
Met de op splitsing brak een lange periode aan van langzaam verval op godsdienstig gebied. Koningen van noord en zuid namen het niet zou nauw meer met de erdienst aan Jahwe. de geloofstrouw verzwakte en het geflirt met andere afgodencultussen nam alsmaar toe. Vooral voor de cultus van Baäl werden her en der nieuwe tempels en altaren opgericht.
Het is in deze context dat de profeet Elia op het toneel verschijnt. Hij werd geboren in Tisbe, in het noordrijk, en leefde ten tijde van het koningschap van Achab (874-853). Hij bevorderde sterk de Baälcultus onder invloed van zijn echtgenote Izebel, de dochter van de koning van Tyrus en Sidon.
Over koning Achab zegt de Bijbel het volgende: “Alsof Achab het nog niet genoeg vond de zonden van koning Jerobeamna te volgen, nam hij Izebel, een dochter van Etbaäl, de koning van de Sidoniërs, tot vrouw en ging hij Baäl dienen en aanbidden.
Hij richtte voor Baäl een altaar op in de Baältempel die hij in Samaria had laten bouwen. Ook liet Achab een heilige paal maken en deed hij nog andere dingen, zodat hij Jahwe, de God van Israël, nog meer tergde dan al de koningen van Israël vóór hem” (1 Kon 16,31-33).
De strijd voor Jahwe bracht hem in een diepe crisis en op het randje van de moedeloosheid. Even wilde hij het zelfs opgeven omdat hij het niet meer zag zitten. Elia is daarom niet alleen een voorbeeld van de heilige strijd om het rechte geloof in Jahwe, maar ook het voorbeeld van wat God tot stand kan brengen in kleine mensen.
Op hem is toepasbaar wat de apostel Paulus eeuwen later zou schrijven: als ik zwak ben, dan ben ik sterk (dankzij Gods genade) (2 Kor 12,10).
Het optreden van de profeet Elia stond van het begin tot het einde in het teken van de verdeding van het geloof in Jahwe als de enige ware God van Israël. Wanneer Israël gebukt gaat onder een lange droogte en de hongersnood die er het gevolg van is, ontmoeten koning Achab en Elia elkaar. Achab beschuldigt Elia ervan de oorzaak te zijn van alle ellende in het land terwijl Elia, op zijn beurt, wijst op Achabs geloofsafval als de bron van de toorn van Jahwe.
Het conflict zal uitlopen op een krachtmeting. Om de macht van Jahwe te tonen daagt Alia 450 profeten van Baäl en 400 profeten van Asjera uit voor een godsoordeel, boven op de berg Karmel. Het is letterlijk één tegen allen.
De opdracht bestond er in dat een aan stukken gehouwen stier op een stapel hout werd gelegd zonder dat het vuur werd aangestoken: één stapel voor de profeten van de afgoden en één voor Eli, profeet van Jahwe.
Als klap op de vuurpijl kwam er na het vuur ook nog regen uit de hemel waardoor er een einde kwam aan de droogte.
De boodschap van Elia is moderner dan we misschien denken. Op wie of wat stellen wij ons betrouwen? Gaan ook wij niet voor allerlei afgoden door de knieën, behalve voor de God van Israël? Hinken wij ook niet op twee gedachten? Zo herinnert Elia ons dus aan onze geloofstrouw en onze geloofszuiverheid.
Het gebeuren op de Karmel blijft niet zonder gevolg. De eliminering van de profeten van Baäl ontlokte de woede van koningin Izebel. zij zwoer een dure eed opm Elia hetzelfde lot te doen ondergaan. Met alle mogelijke middelen probeerde zij hem op te sporen en gevangen te nemen, maar zonder succes. Daarop vlucht Elia naar het zuidrijk Juda.
Hier treedt er een crisis op in het leven en het geloof van Elia. Moegestreden en moegetergd ziet hij het niet meer zitten. Waarom nog verder strijden? Iedereen lijkt het geloof in Jahwe vergeten te hebben. Hij is een van die enkelingen geworden van een kleine rest. Heeft het allemaal nog zin? Zit hij niet op een zinkend schip?
Hij trekt de woestijn in en legt zich neer onder een bremstruik om er te sterven. “Het wordt mij teveel, Jahwe; laat mij sterven want ik ben niet beter dan mijn vaderen” (1 Kon 19,4). Maar juist in de ogenblikken dat wij het zwakst zijn, maakt Gods genade ons weer sterk. Zo ook bij Elia: een engel bezoekt hem, laat hem eten en drinken en sterkt hem om weer op weg te gaan.
Na een lange tocht door de woestijn bereikt hij uiteindelijk de berg Horeb waar hij begenadigd wordt met een verschijning van God. Het relaas hiervan behoort wellicht tot de mooiste bladzijden uit de Bijbel:
Verder betekende het ook een uitzuivering van zijn geloof. Het geeft aan dat God niet gezocht moet worden in de natuurelementen. Dat was juist wat de cultussen van de afgoden deden. Zij vergoddelijkten de natuurelementen en zeiden: “Dit is God. Dit is Baäl”.
Wat Elia op de Horeb heeft mogen ervaren is dat God de schepping overstijgt en er niet door of toe beperkt kan worden. Elia kwam zo tot het meer uitgezuiverd godsbeeld van een transecendente, allesoverstijgende maar toch zeer nabije God.
Het levenseinde van Elia is, net zoals zijn leven zelf, zeer merkwaardig verlopen. Na zijn vele disputen met koning Achab en diens opvolger Achazja, droeg Elia zijn bevoegdheid als profeet over aan zijn volgeling Elisa.Samen waren ze op weg en op de verschillende steden die ze op hun tocht bezochten riepen de profeten Elisa toe: “Weet u dat Jahwe uw heer vandaag ten hemel zal opnemen? Op het einde van de dag gebeurde dan het volgende: “Terwijl zij nu pratend verder gingen, kwam er een wagen van vuur met paarden van vuur, die hen van elkaar scheidde, en in een stormwind werd Elia ten hemel opgenomen. Elisa zag het en riep uit: ‘Vader, vader, Israëls strijdwagens en ruiterij!’ Toen hij hem nietmeer zag greep hij zijn kleren en scheurde ze doormidden.”
Dit merkwaardige heengaan van de profeet Elia en zijn ‘hemelvaart’ heeft in het jodendom het geloof doen onstaan dat de profeet ooit zal weerkeren om de komst van de Messias aan te kondigen. Grond hiervoor vindt men in de laatste verzen van het Bijbelboek Maleachi (3,22-24 = 4,4-6). Hierin voorspelt de profeet Maleachi in naam van de Heer: “Zie, Ik ga u de profeet Elia zenden voordat de dag van Jahwe komt, de grote, vreeswekkende dag.” Om die reden voorzien de joden op het sederfeest (het begin van het joodse paasfeest) een extra beker wijn voor Elia en wordt op elk besnijdenisfeest een stoel voor hem voorbehouden. Van het geloof in de wederkomst van Elia om de Messias aan te kondigen vinden we ook nog sporen terug in het Nieuwe Testament. Op de vraag van Jezus aan zijn leerlingen “Wie zeggen de mensen dat Ik ben?” antwoordden zei: “Sommigen zeggen Johannes de Doper, andere Elia, weer anderen Jeremia of een van de profeten.” (Mt 16,14; zie ook Mt 17,10)
In de christelijke traditie herkent men in Johannes de Doper de figuur van de profeet Elia als de Voorloper van Christus, de Messias. Dat is de interpretatie van Christus zelf zoals we die kunnen lezen in Mt 11,14 (zie ook: Mt 17,11-12; Mc 6,25; 8,28; 9,11-12; Lc 1,17; )
Wil je het leven van de profeet Elia eens op een andere manier bekijken, dan hebben we hieronder een tekenfilm geplaatst. Helaas zonder Nederlandse ondertiteling.