);

De evangelist Johannes

De H. Schrift en zijn schrijvers.

In de laatste honderd jaar is er veel belangstelling geweest voor de studie van de Bijbel, in het bijzonder de vorming van de evangelies, hun oorsprong en chronologische volgorde. Vandaag is wetenschappelijke studie van de Bijbel nog steeds belangrijk, maar op zich is dit niet voldoende. De Heilige Schrift is het geïnspireerde Woord van God en noodzakelijk voedsel voor ons geestelijk leven als een bron van de geloofsleer. De menselijke auteurs van deze geschriften hebben onder de invloed en ‘inspiratie’ van de Heilige Geest geschreven

Het Nieuwe Testament bevat betrouwbare ooggetuigenverslagen van wat Onze Heer en redder Jezus Christus deed en leerde. Volgens paus Benedictus XVI moeten wij deze opvatting van het Nieuwe Testament herontdekken, vooral in het licht van de christelijke traditie en de dogmatische constitutie over the Openbaring van Vaticanum II, Dei Verbum (1965; cf. n. 19).

Misschien lijkt de vraag naar het auteurschap van de evangelies – waarin de namen van de auteurs niet expliciet vernoemd worden – ons niet zo belangrijk als de goddelijke inspiratie van deze geschriften. Maar deze vraag was wel belangrijk voor de vroegere christenen die in de periode na het aardse leven van Christus geleefd hebben. Feitelijk hebben de Kerk en haar liturgie de apostolische oorsprong van de evangelies erkend (cf. Vaticanum II, Dei Verbum, nr. 18-19). Dus de vraag van het auteurschap van de evangelies blijft ook belangrijk voor ons.

johannes (101) LR

Johannes: apostel en evangelist.

Sinds de vroegere eeuwen van het christendom heeft de Kerk en haar traditie het auteurschap van het vierde evangelie aan de apostel Johannes toegeschreven, en ook vier andere werken in het Nieuwe Testament die zijn naam dragen. Dus mogen wij ook deze toeschrijving aanvaarden. Wie was de evangelist, de H. Johannes? Een Bijbelse commentaar vermeldt: ‘Van alle evangeliën, weerspiegelt het vierde het duidelijkst de persoonlijkheid van de menselijke auteur’. Maar meer informatie over Johannes is ook terug te vinden in de andere evangelies en geschriften van het Nieuwe Testament en vanuit de vroegste christelijke traditie.

Johannes was inwoner van Betsaïda, een stad in Galilea aan de noordelijke oever van het Meer van Tiberias. Zijn ouders waren Zebedeus en Salome, en Jacobus de Meerdere was zijn broer. Ze waren vissers, maar niet ‘arme vissers’. Het is ook mogelijk dat Zebedeus uit een priesterlijk geslacht afkomstig was. Op een zekere dag waren Johannes en Jacobus ‘in de boot met hun vader Zebedeus hun netten aan het klaren.’ Jezus riep hen, en meteen ‘lieten ze de boot en hun vader achter en volgden Hem.’ (Mt 4, 21-22). Waarschijnlijk was Johannes ook leerling van Johannes de Doper, totdat hij ‘het Lam van God’ heeft gezien (Jn 1, 35-39).

Dikwijls hebben Johannes en zijn broer Jacobus Jezus verdedigd met grote ijver. Zij hebben Jezus gevraagd dat hij vuur zendt over de Samaritanen, die hem verworpen hadden. (Lc 9, 54) Geen wonder dat ze ‘Donderzonen’ werden genoemd (Mk 3, 17).

apostelen (100) LR vissers

Een bijzondere apostel.

Geleidelijk aan kwam Johannes tot het inzicht dat het in de missie van Jezus ging om de liefde van de Vader voor de mensen (1 Joh 4 : 8, 16). God als ‘de liefde’ is een centraal thema in het evangelie van Johannes. Onze Heer voor Johannes en enkele andere leerlingen een bijzondere voorkeur, en in zijn evangelie verwijst Johannes naar zichzelf als ‘de beminde leerling’. Onze Heer heeft zo veel liefde voor Johannes gehad dat hij op het kruis de zorg voor zijn heilige moeder aan zijn beminde leerling had toevertrouwd.

Johannes stond ook dichtbij Petrus. Beiden waren vissers uit Betsaïda. Zo werd aan hen beiden de voorbereiding van het Laatste Avondmaal van Jezus toevertrouwd (Lc 22, 8). In zijn evangelie herinnerde Johannes dat zij op paaszondag samen naar het graf van de Heer hebben gelopen. Johannes bereikte het graf vóór Petrus, maar hij ging niet binnen totdat Petrus was aangekomen (Joh. 20, 3-10).
De Handelingen van de Apostelen vermelden dat Johannes en Petrus na de Hemelvaart van Jezus naar de tempel gingen om te bidden (3, 11 en 2, 46-47). Zij zijn ook naar de gedoopte mensen van Samaria gegaan om hen het vormsel toe te dienen. (Hand 8, 14-17).
In het eerste concilie van Jeruzalem (ca. 50) wordt Johannes daarom één van de ‘pijlers van de kerk’ genoemd samen met Petrus en Jacobus.

johannes (102) LR

HEt levenseinde van Johannes.

Volgens de H. Polycarpus van Smyrna (+ ca. 155) – die een leerling van de apostel Johannes was – ging Johannes naar Efeze waar hij toezicht had over een aantal kerkgemeenschappen in Klein-Azië.

De H. Ireneus van Lyon, Eusebius van Caesarea en andere kerkelijke schrijvers vermelden dat Johannes in ballingschap ging naar het eiland Patmos en daar de Apocalyps schreef (c.95). Daarna keerde hij terug naar Efeze en schreef zijn drie brieven en het evangelie.

Over het einde van het leven van Johannes weten wij niet veel. Maar het wordt verondersteld dat hij de enige apostel is die niet de marteldood stierf was.

Een mooie anekdote over zijn latere jaren verschijnt in het commentaar op de Galatenbrief door H. Hiëronymus. De leerlingen van de oude man Johannes droegen hem naar hun samenkomsten omdat hij niet meer goed kon lopen. Dikwijls herhaalde Johannes dan: ‘mijn kleine kinderen, heb elkander lief’

Zijn leerlingen vroegen hem waarom hij dat altijd bij zichzelf herhaalde . Hij antwoordde: ‘Dit is het gebod van de Heer, en dat alleen is voldoende als jullie het onderhouden’.

johannes (105) LR

De theologie van het Johannesevangelie.

Met betrekking tot het evangelie van Johannes, kunnen we zeggen, zonder twijfel, dat het een theologisch en christologisch meesterwerk is, vooral in de prachtige proloog, die de pre-existentie en de goddelijkheid van Christus beklemtoont. Christus is voorgesteld als ‘het licht’, ‘de waarheid’, ‘het leven’, de openbaring en Woord van de Vader dat vlees geworden is.

Johannes schreef zijn evangelie zodat iedereen zou ‘geloven dat Jezus de Messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leven zult bezitten in zijn naam’ (Joh. 20, 31). De christelijke traditie ziet Johannes graag als de geliefde leerling die zich tegen het hart van de Heer aa,legde om de mystieke en goddelijke waarheid en liefde te leren. De H. Clemens van Alexandrië noemde het Johannesevangelie het ‘spiritueel evangelie’ van de woorden en daden van Jezus. Daarom wordt Johannes ook vaak ‘de theoloog’ genoemd.
De proloog van het evangelie van Johannes kan dienen als een goede voorbereiding op het grote feest van Kerstmis, de geboorte van onze goddelijke redder in Bethlehem. Mogen wij als leerlingen uit het Heilig Hart van Jezus de geheimen van het goddelijke leven en de liefde ook leren kennen wanneer wij kijken naar het voorbeeld van de H. Johannes, de beminde leerling.

johannes (106) LR