);
Wij geloven zowel in de H. Geest als in de Vader en de Zoon. Maar bedoelen wij ermee? Diep in ons hart zijn we meestal nog geneigd te vergeten dat de H. Geest van alle eeuwigheid bestaat, en Hem ons voor te stellen als was Hij pas eerst op Pinksterdag geboren.
De Heilige Geest is de welbewuste weerklank van de liefde die tussen de Vader en de Zoon ontstaan is. Zo een groot en diep mysterie is niet te verklaren maar laat ons proberen om de Heilige Drie-eenheid te begrijpen. Laat ons teruggaan en ons God voorstellen Iemand die geheel en al buiten de tijd leeft, onafhankelijk dus van de werelden, of de engelen.
God de Vader heeft van alle eeuwigheid een Woord gesproken. Of anders gezegd: van alle eeuwigheid heeft Hij een gedachte van Zich gehad. Ook bij ons, mensen, is dat zo: wanneer wij denken bestaat de gedachte niet buiten maar in ons verstand.
Denkt echter het eeuwige Verstand – God – zichzelf, dan brengt het een Gedachte voort die even eeuwig is als Hijzelf is, en die Gedachte (we noemen Hem het Woord – en we bedoelen daarmee Onze-Lieve-Heer Jezus Christus, het Woord dat vlees geworden is) is evenals het eeuwige Verstand een persoon.
Zo krijgen wij twee personen binnen de Drie-eenheid: Het eeuwige Verstand en de eeuwige Gedachte. Nu, twee goddelijke Personen kunnen zich niet naast en los van elkaar voorstellen, zonder betrekking en verhouding tot elkaar. Zij zullen elkaar beminnen.
Deze liefde, die aan het eeuwige Verstand en Zijn eeuwige Gedachte ontspringt en deze Twee aan elkaar bindt, is de H. Geest.
In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was woest en leeg; duisternis lag over de diepte, en de geest van God zweefde over de wateren. (Genesis 1, 1-2)
Door heel het Oude Testament vindt men de gedachte van de Geest van God die door de natuur waait. De Geest des Heren vervult de hele wereld. De liefde die Vader en Zoon verbindt, stroomt over in de geschapen dingen en doet ook hen in liefde naar God trachten.
De H. Geest heeft een taak te vervullen op aarde: die gesproken heeft door de profeten, maar ook voordien, al de eeuwen voordien voordat de profetieën kondigde de komst van de Messias aan was het telkens dezelfde oude verhaal wanneer er een mensenhart naar God streefde. Het was de Derde Persoon van de Heilige Drie-eenheid die in deze zichtbare geschapen wereld deed wat Hij van eeuwigheid in de ongeschapen wereld doet. Hij werkte in ons die reactie van liefde ten aanzien van de eeuwige Vader, die hij krachtens Zijn wezen werkt. Ondanks de zondeval is er een instinct dat de mens naar God omhoog doet blikken, hem doet trachten tot God terug te keren. En dat instinct is het stille werken van de H. Geest. Zijn wezenlijke functie is de liefdesreactie in ons hart op de goedheid van God te zijn.
Het was de allereerste functie van de H. Geest om, toen Hij op Pinksterdag op de aarde kwam, een nieuw bestel te brengen. Daarom beloofde Onze-Lieve-Heer aan de apostelen een “Paracleet” te sturen (dit woord betekent in de eerste plaats de advocaat die bij de rechtbank een pleidooi doet).
Advocaat, dat is de eerste betekenis van Parakleet, maar de betekenis is natuurlijk breder: ‘de hulp in de nood’, dat is de ware zin van het woord Paracleet.
In wat de heilige Paulus schreef vindt men ook dat de H. Geest niet alleen moet beschouwd worden als iemand die men nodig heeft wanneer men in het openbaar moet spreken, zoals op de eerste Pinksterdag (in alle talen van de mensheid).
De bijstand van de H. Geest is iets dat we telkens bij het bidden nodig hebben. Telkens wanneer we bidden is het de H. Geest die in ons bidt.
Dezelfde echo van de goddelijke liefde die in de vormloze schepping werd opgeroepen toen de Geest Gods boven de wateren zweefde, wordt in ons opgeroepen wanneer we bidden. Dat wordt soms misverstaan, wanneer het bidden niet al te goed loopt. We proberen soms door pure wilsinspanning onszelf in een betere gebedstoestand te brengen terwijl de Kerk het de enige juiste houding acht meer tot de H. Geest onze toevlucht te nemen, en de dingen meer aan Hem over te laten.
Hij is de eeuwige liefde die uit de Vader en het goddelijke Woord voortkomt, en die in en ten behoeve van de mensen, buiten hun weten, een liefde-echo wekt op de goddelijke liefde die hen schiep.