);
In de vijfde artikel van het Credo, belijden wij dat Jezus na zijn kruisdood is nedergedaald ter helle en de derde dag is verrezen uit de doden.
Wat betekent de ‘nederdaling ter helle’ van Jezus ?
Op de eerste plaats betekent het dat Jezus werkelijk is gestorven en begraven. Jezus is echt gestorven en zijn lichaam rust in een graf. Hij heeft de dood gekend zoals andere mensen.
Maar het werk van de verlossing en haar uitwerking – in de kracht van de kruisdood van Jezus – ging verder. Daarom betekent ‘nederdaling ter helle’ ook dat Jezus met zijn ziel, die verenigd is met zijn goddelijke persoon, afgedaald is in ‘het dodenrijk’, de ‘verblijfplaats’ van alle doden, die de Schrift benoemt als ‘de hel’, ‘de Sjeool’ of ‘de Hades’.
Jezus ging daar als verlosser heen om zijn blijde boodschap aan de doden te verkondigen. Hij is niet naar ‘de hel’ om de verdoemden te bevrijden, evenmin om de hel van de verdoemenis af te breken. Hij ging om de rechtvaardigen die Hem voorgegaan waren, te bevrijden, de grote profeten van het Oude Testament, zelfs Adam en Eva.
Wij moeten er ons rekenschap van geven dat wij in het Credo geen mythologisch verhaal belijden. Het bestaan van de menselijke ziel en de nederdaling van de Heer Jezus ter helle is door God geopenbaard en is een onderdeel van de geloofsleer. Ze zijn terug te vinden in de H. Schrift, de geschriften van de kerkvaders, en in de levende overlevering van het geloof van de Kerk.
De Catechismus van de Katholieke Kerk vertelt ons dat ‘De nederdaling ter helle de volledige vervulling is van de evangelische aankondiging van het heil.
Zij is de allerlaatste fase van de Messiaanse zending van Jezus. Deze fase is zeer beperkt in de tijd, maar strekt zich ontzettend ver uit wat haar werkelijke betekenis betreft. Zij leert dat het verlossingswerk zich uitbreidt tot alle mensen van alle tijden en van alle plaatsen, want allen die zijn gered, hebben immers deel gekregen aan de verlossing’ (nr. 634).
Maar de lange stilte van de eerste ‘stille zaterdag’ kwam tot een einde. “Jezus is in de diepte afgedaald. Hij die is neergedaald, is dezelfde die ook is opgestegen” (Ef. 4, 9-10).
Jezus die werkelijk dood was is werkelijk uit de dood verrezen tot een nieuw leven en verheerlijking.
Deze historische gebeurtenis ‘op de derde dag’ vond een centrale plaats in de verkondiging van de apostelen, in het evangelie, in de apostolische brieven, en in de vroege Kerk.
Reeds heeft de heilige Paulus omstreeks het jaar 56 geschreven:
“Ik heb u overgeleverd wat ik ook zelf als overlevering heb ontvangen, namelijk dat Christus gestorven is voor onze zonden, volgens de Schriften, en dat Hij begraven is, en dat Hij is opgestaan op de derde dag volgens de Schriften, en dat Hij is verschenen aan Kefas (d.w.z. de hl. Petrus) en daarna aan de Twaalf (apostelen)” (1 Kor. 15, 3-4).
Met het kruis staat de verrijzenis van Christus centraal in ons christelijk geloof. Zonder de verrijzenis heeft ons geloof geen enkele waarde en betekenis. Zo zegt Paulus: “Wanneer Christus niet is verrezen, is onze prediking zonder inhoud en ons geloof eveneens”.
De verrijzenis van Christus de Heer – die nu voor altijd leeft – is dus de hoogste waarheid van ons geloof in Christus. Want zijn verrijzenis geeft ons hoop op onze eigen verrijzenis na de dood en op een nieuw leven met God in alle eeuwigheid. Dit is het doel van ons leven: een stukje van het kruis van Christus dragen, het evangelie verkondigen door ons leven als katholieken, en de verrijzenis in Christus op het einde van de wereld.
Laat ons de betekenis van de verrijzenis van Onze Lieve Heer samenvatten in de mooie woorden van de brief van de hl. Paulus aan de Romeinen, die ons een boodschap geeft om hoe wij moeten verder leven:
“Christus, eenmaal uit de doden opgewekt, niet meer sterft: de dood heeft geen macht meer over Hem. Door de dood die Hij is gestorven, heeft Hij afgerekend met de zonde, eens en voorgoed; het leven dat Hij leeft, heeft alleen met God van doen. Zo moet u ook uzelf beschouwen: als dood voor de zonde en levend voor God in Christus Jezus (Rom. 6, 9-11).