);
Het Nieuwe Testament vermeldt hem meerdere keren: Johannes Marcus, de zoon van Maria. Zij woonden in Jeruzalem waar de christenen samenkwamen om de eucharistie te vieren (Handelingen 12,12). Vermoedelijk vond ooit in hetzelfde huis ook het Laatste Avondmaal plaats van de Heer Jezus met zijn apostelen.
Na Pinksteren vergezelde Marcus de apostel Paulus voor een korte tijd op diens eerste missiereis, samen met Barnabas (Handelingen 13,5 en 13). Barnabas was een neef van Marcus (Kolossenzen 4,10).
H. Marcus
HH. Petrus & Paulus
H. Barnabas
Marcus zal zowel Paulus als Petrus terugzien in Rome (Kolossenzen 4,10 1 Petrus 5,13).
Het is ook voor de christenen van Rome, en ter ondersteuning van hun geloof, dat Marcus zijn evangelie heeft geschreven. Deze christenen waren zowel afkomstig uit het jodendom als het heidendom. Gemakkelijk hadden deze eerste christenen het niet: ze hadden te lijden onder de grote vervolging van keizer Nero (+/- 64). De christenen werden gemarteld en ter dood veroordeeld, waaronder ook de apostelen Petrus en Paulus.
Door deze droeve gebeurtenissen waren de christenen zwaar beproefd in hun geloof. Niet enkel in Rome, door het verlies van Petrus en Paulus, maar ook in Jeruzalem waar de val van de stad nakend was. Door de dood zouden van de eerste generatie leerlingen dreigden ook de berichten over Jezus’ leven, kruisdood en verrijzenis verloren te gaan.Marcus wilde daarom aan zijn medechristenen de kern van Jezus’ optreden meegeven. Dit is: Jezus Christus is de lijdende Messias
Marcus wilde de christenen waarschuwen tegen een te goedkoop triomfalisme. Christus is verrezen, Hij is opgestaan uit de dood. Dat klopt helemaal, maar de christenen dreigden te vergeten dat Jezus ook geleden had, dat Hij gekruisigd werd tot de dood.
Er is immers geen Pasen zonder Goede Vrijdag, geen leeg graf zonder het kruishout. En is dat niet het probleem van alle tijden? Het lijden van Christus stuit op onbegrip en onwil. Al wie Jezus echt wil navolgen die zal het kruis moeten omhelzen:
Marcus heeft begrip voor het onbegrip van de jonge christenen die worstelen met de realiteit van het kruis en het lijden. Tegelijk roept hij op om het eigen Jezusbeeld te laten corrigeren. De verleiding is zeer groot om in onze dagen Jezus Christus eenzijdig te reduceren tot een wonderdoener die over het water heeft gelopen. Onze reactie is dan: dat kan toch niet, hoe kon Hij dat doen? Wie gelooft dat nog?
Maar ontvluchten we dan niet de essentie van het christelijk geloof? Namelijk dat Jezus Christus de gekruisigde is. Jezus die ten diepste toe vernederd werd. De kruisdood was een aanstoot, een skandalon, een regelrecht schandaal. Het was immers de doodstraf voor slaven en rechtelozen.
In de eerste hoofdstukken (Mc. 1,1 – 8,26) is er de hoofdvraag: “Wie is Jezus?”
Aanvankelijk lijkt Jezus’ optreden succes te hebben. Mensen volgden hem, ze zijn verwonderd over zijn woorden en daden. Velen bekeerden zich, maar bij anderen stuitte Jezus’ optreden op onbegrip: de farizeeën (Mc 3,1-6), stadsgenoten (Mc 6,1-6) en zelfs bij de eigen leerlingen (Mc 8,14-21).
Elk van deze groepen had een welbepaald kijk op Jezus, elk had zijn antwoord op de vraag “Wie is Jezus”. Voor de een was hij een Godslasteraar, iemand die zich boven de wet stelde, voor de ander een koning die het land zou bevrijden van het juk van de Romeinen. En ook zijn eigen leerlingen zagen in Hem wel de Messias, maar uit reacties blijkt hoe ook zij moeite hadden om het lijden van de Heer te aanvaarden.
Het onbegrip van de eigen leerlingen was pijnlijk voor Jezus. Daarom vraagt Hij aan zijn leerlingen: “Wie zeggen de mensen dat ik ben?” Petrus geeft het goede antwoord: “Jezus is de Christus, Hij is de Messias, de gezalfde des Heren” (Mc 8,27-30)
Zou jij ook niet fier zijn mocht je tot de intieme kring van Jezus behoren?
Petrus was dat alleszins! Onmiddellijk nadat Petrus zijn vreugde uitriep, en Jezus als Messias beleed, wees Jezus erop dat Hij veel zal moeten lijden, verworpen moet worden door de hogepriesters en schriftgeleerden uit het jodendom, dat Hij ter dood gebracht worden (Mc 8,31).
Voor Petrus was dit aanstootgevend, hij kon het niet aanhoren. Hierop berispte Jezus hem: “Weg daar, achter Mij, satan, want jouw gedachten zijn niet Gods gedachten, maar die van de mensen” (Mc 8,33).
Petrus en de andere leerlingen wilden wel de roem van een triomferende Messias, maar niet het lijden. Wel de vruchten, maar niet het werk!
Als Jezus in Jeruzalem gearresteerd wordt, dan laten zijn leerlingen hem in de steek! (Mc 14,50-52) Knappe navolgers zijn het…wél de glorie niet de pijn! Petrus zal Hem zelfs tot drie maal toe verloochenen (Mc 14, 66-72). En rond het kruis is er niemand die enig medelijden betoont, Jezus is door iedereen verlaten.
Na de kruisdood heeft Petrus ingezien dat het lijden onafwendbaar is in het leven. Van koppige leerling voor Goede Vrijdag, werd Hij één van de beste na Pasen! Ook Petrus heeft het lijden aanvaard en stierf uiteindelijk de kruisdood in Rome.
‘De verloochening door Petrus’
(Gerard van Honthorst; 17de eeuw)
Iemand navolgen is niet zo moeilijk in onze tijd!
Wij volgen graag mensen na die ons een mooi uiterlijk geven, die ons een carrière kunnen bezorgen, die ons leven meer aanzien kunnen geven.
Hoeveel mensen zijn er niet beginnen te sporten na de oproep van “start to run”? Daar is niets verkeerd aan, integendeel. Maar wil er ook nog iemand Jezus navolgen die op Goede Vrijdag zijn kruis moest dragen terwijl men Hem geselde, bespotte en bespuwde? “Start to suffer”?
Er zijn heel wat mensen die elke dag te lijden hebben én hun kruis opnemen. We moeten meestal niet op zoek gaan naar het lijden, integendeel. Het overkomt ons.
Velen slagen erin om hun lijden te verenigen met het kruis van Christus. Er is het stille geloof en gebed van vele zieken en oudere mensen als een troost en een houvast in moeilijke tijden. Misschien kennen jullie in je eigen kring ook wel mensen die te lijden hebben en die toch trouw blijven aan het geloof in Christus?! Zulke mensen verdienen ons gebed en onze steun!
Als we jong zijn dan staan we minder stil bij het lijden. Toch is het zinvol om te bidden dat wanneer het lijden ons overkomt wij Christus mogen hebben als onze steun en toeverlaat.
Voor Marcus staat het kruis in het midden van het leven. Het is de realiteit van elk mensenleven.
Wij hebben de keuze: We kunnen het kruis weigeren en koppig blijven zoals de farizeeën uit Jezus’ tijd of de leerlingen voor Pasen?
Of we willen het kruis aanvaarden in ons leven zoals Petrus het uiteindelijk heeft gedaan na Pasen?
Heel duidelijk wijst Marcus de christenen op het gezamenlijke pakket: Jezus is inderdaad de Christus, maar dan wel omdat Hij eerst heeft geleden en dan pas verrezen is.
Het koppige onbegrip van de leerlingen toont aan hoe moeilijk dit Jezusbeeld te begrijpen is. Christus aanvaarden is geen verstandelijke aangelegenheid, maar een kwestie van navolging.
De leeuw als symbool voor Marcus