);
Binnenkort viert de Kerk het jaarlijks wederkerende feest van ‘Sinksen’ of beter bekend als ‘Pinksteren.’ Het valt steeds op de 50ste dag na de verrijzenis van Jezus.
Zoals bij de meeste kerkelijke feesten heeft ook Pinksteren joodse wortels. Bij het joodse Pasen (lees catechese over Pasen) vierde men het feest van de ongedesemde broden. Zeven weken later, de vijftigste dag, brachten boeren de eerste oogst als offergave mee naar Jeruzalem en vierden zij hun Pinksteren, een feest van vreugde en dank om de gave van de oogst die gerijpt was. Deze viering bracht telkens veel volk op de been en veel pelgrims in Jeruzalem.
Later werd het feest ook in verband gebracht met de gave van de tien geboden aan Mozes op de op de berg Sinaï.
Vijftig dagen na Pasen viert de Kerk dat de heilige Geest over de apostelen en leerlingen kwam en hen vervulde. Pinksteren en Pasen horen bij elkaar. Het pinksterfeest kan je beschouwen als het slotakkoord na vijftig dagen dank en vreugde om wat Jezus door zijn lijden, sterven en verrijzen voor ons gedaan heeft.
Het 2de hoofdstuk van de Handelingen van de APostelen vertelt het relaas van de komst van de H. Geest over de apostelen
Maar meer in het bijzonder gedenkt de Kerk op Pinksteren de gave van de heilige Geest. Die gave werd reeds door Jezus beloofd:
“Dit zeg ik u, terwijl ik nog bij u ben,
maar de Helper, de heilige Geest,
die de Vader in mijn Naam zal zenden,
Hij zal jullie alles duidelijk maken
en in herinnering brengen wat ik u gezegd heb.’(Joh.14,26)
Op de dag van Pinksteren werd de heilige Geest aan de gehele wereld geopenbaard. De evangelist Lucas verteld ons zeer gedetailleerd op welke wijze de apostelen vervuld werden van de Heilige Geest. Het relaas daarvan kunnen de lezen in de Handelingen van de Apostelen (hoofdstuk 2).
De apostelen hadden hun verblijf genomen in een grote bovenzaal te Jeruzalem. Elk ruim gebouwd huis in Jeruzalem (en elders in het Oosten) had zo’n een grote bovenzaal, omdat elke eigenaar verplicht was aan grote groepen vreemde pelgrims de gelegenheid te geven het Paasmaal te vieren. Ook op het Laatste Avondmaal bevond Jezus zich met zijn apostelen reeds in zo’n bovenzaal. Of de leerlingen met Pinksteren samenkwamen in dezelfde zaal … het is mogelijk!
Tijdens hun verblijf in de bovenzaal ontstond er plotseling een gedruis en stak er een hevige wind op. Vurige tongen kwamen uit de hemel neer en zetten zich op eenieder neer. Allen werden vervuld van de H. Geest.
Pinksteren kan daarom het geboortefeest van de Kerk genoemd worden. Christus schenkt de H. Geest aan de apostelen. Sinds die dag is de Geets werkzaam in de Kerk. Zij sterkt en stuwt haar; zij maar haar heilig; zij zendt haar op weg. De Geest is het levensprincipe in de Kerk: zoals de ziel een lichaam levend maakt, zo maakt de Geest de Kerk levend!
Als we met Pinksteren naar de kerk gaan dan zien we dat de priester een vuurrood gewaad draagt. De kleur verwijst naar de Heilige Geest die als vuur over de leerlingen neerdaalde.
Lees de eerste encycliek van paus Benedictus XVI over de liefde:
De Heilige Geest is de Geest der waarheid (Joh. 16,13), de Geest des Heren (2 Kor. 3,17), Gods Geest (Rom. 8,9.14).
De Geest leert te geloven in Jezus Christus, het is de Geest die ons levend maakt tot kinderen van één Vader.
De vurige Pinkstergeest bewerkt eenheid onder de mensen, smeed haarden van Liefde, dat is Gods geest.
De Liefde heeft God in ons hart uitgestort door de heilige Geest die ons werd geschonken. (Rom. 5,5). Als wij tot hem bidden dan zal ons hart niet versteend en koud worden.
Als we in ons leven twijfelen omtrent het christelijke geloof, dan kunnen we tot de heilige Geest bidden opdat Hij ons de gave geeft om meer te geloven in de Verrezene. Een eenvoudige methode kan zijn om in je binnenste (aan de bushalte) of zachtjes fluisterend (als je alleen bent) meerdere malen traag de naam van de Heilige Geest te aanroepen op het ritme van je ademhaling: “Kom, Heilige Geest”
Sint-Paulus schreef veel over de H. Geest in zijn brieven aan de Galaten en de Korintiërs:
‘de vrucht van de Geest is liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid, ingetogenheid.’ (Gal.5,22)
Gods’ geest is niet ver weg, als jij wil kan Hij ook in jou zijn woning vinden:
Weet je dan niet dat je een tempel van God bent en dat de Geest van God in uw midden woont? Indien iemand Gods tempel vernietigt, zal God hem vernietigen, want Gods tempel is heilig – en die tempel ben je zelf’. (1 Kor.3,16)
Bij het doopsel in de kerk ontvangt de dopeling de heilige Geest. De dopeling ontvangt de genade om het geloof in Jezus Christus te belijden.
Ook het Vormsel, dat vele jongeren jaarlijks ontvangen, staat in het teken van de Heilige Geest. De Kerk zegt hierover: “In het sacrament van het Vormsel ontvangen de gedoopten een bijzondere kracht van de heilige Geest en zijn zij daarom strenger gehouden om als waarachtige getuigen van Christus door hun werk en hun woord het geloof te verspreiden en te verdedigen.”
De vormeling wordt op het voorhoofd gezalfd waardoor hij/zij een merkteken meekrijgt. “Ontvang het zegel van de Heilige Geest, de gave Gods.” Het betekent dat de pas gevormde christen Christus nu volledig toebehoort en voor altijd in Zijn dienst wil staan.
“Kom, Schepper Geest, daal tot ons neer, houdt Gij bij ons uw intocht Heer!
Vervul het hart dat U verblijdt, met hemelse barmhartigheid.”