);
Op 15 augustus vieren we het mariale hoogfeest van Onze-Lieve-Vrouw Tenhemelopneming. In België zelfs een officiële vrije dag. Maar weten we wel goed waarover dit feest gaat? Welk aspect van ons geloof wordt op dit feest herdacht en gevierd? Bij het antwoord op die vraag wil deze catechese alvast een hulp zijn.
Wanneer de Kerk haar heiligen gedenkt in de liturgie dan doet zij dat doorgaans op hun sterfdag, want dat is de dag waarop de heilige voor de hemel geboren wordt. Bij Maria is dan niet anders. Ook van de de Moeder Gods wil de Kerk de dag herdenken dat zij hier op aarde is gestorven maar voor de hemel geboren werd.
De Kerk doet dat al vroeg in de geschiedenis. Zo weten we met zekerheid dat het feest al in het midden van de vijfde eeuw gevierd werd in Armenië. Een eeuw later wordt het ook al gevierd in Gallië en onder oosterse invloed wordt het in de zevende eeuw ook in Rome gevierd. In het oosten werd het feest doorgaans gevierd onder de naam ‘Ontslaping van Maria’ terwijl men in het westen zou gaan spreken van de ‘Opneming van Maria’ (in de hemel). Soms sprak men ook, in oost en west, van de ‘Geboorte van Maria’ (voor de hemel).
Dat het feest op 15 augustus wordt gevierd heeft te maken met het feit dat reeds vroeger op deze datum de verjaardag werd gevierd van de kerkwijding van een aan Maria toegewijde basiliek op de weg tussen Bethlehem en Jeruzalem.
Het feest van de Tenhemelopneming van Maria is echter meer dan een gedachtenis van het overlijden van Maria. Met dit feest gedenken we ook dat Maria niet door de dood werd vastgehouden.
Met de apostel Paulus zegt de Kerk dat Jezus Christus de eerste is die uit de doden is opgewekt. Zijn verrijzenis staat garant voor onze eigen verrijzenis die zal plaatsvinden op het einde der tijden. De Kerk belijdt echter dat Maria nu reeds, met ziel én lichaam, in de hemel verheven werd en dat de verrijzenis dus nu al ten volle haar deel is geworden. Wat ons eens te beurt zal vallen is reeds nu aan Maria voltrokken. Zij is reeds met haar Zoon ten volle verenigd.
Het geloof dat Maria’s lichaam nu reeds ten hemel is opgenomen hangt nauw samen met een ander belangrijk geloofspunt omtrent Maria: haar Onbevlekte Ontvangenis. Van Maria zegt de Kerk dat zij zonder zonde is geweest, vanaf haar ontvangenis tot aan haar dood. De zonde heeft geen greep op haar gekregen en zij is daarom niet door de zonde besmet. Zoals haar leven niet door de zonde tot verderf is gekomen, zo is haar lichaam evenmin door de dood tot bederf gekomen.
Uit de tweede lezing van de eucharistie op het feest:
Christus is opgewekt uit de doden als eersteling van hen die ontslapen zijn. (…)
Zoals allen sterven in Adam zo zullen allen in Christus herleven. Maar ieder in zijn eigen rangorde: als eerste en voornaamste vervolgens, bij zijn komst zij die Christus toebehoren.
(1 Korintiërs 15, 20 en 22-23)
Waar zonde heerst, daar is ook dood. Maar bij Maria is dit nu juist niet het geval geweest. Er was bij haar geen zonde en haar opneming ten hemel geeft aan hoe ook de dood geen blijvende macht over haar heeft gehad.
De tenhemelopneming mag dus niet beschouwd worden als een soort voorrecht dat aan Maria werd verleend. Het is veeleer het logische gevolg, het consequent doordenken van haar zondeloze bestaan.
De eeuwenoude traditie over de Tenhemelopneming van Maria, zoals die hierboven werd uiteengezet, is pas vrij laat in de kerkgeschiedenis als een ‘officiële’ geloofswaarheid geformuleerd geworden. Een eerste aanzet daartoe gebeurde tijdens het Eerste Vaticaans Concilie (1869-1870) wanneer zo’n 200 bisschoppen om de dogmatische definitie van de lichamelijke Tenhemelopneming van Maria vroegen. Het duurde echter tot in 1950 eer het zover kwam. Op 1 november van dat jaar – Allerheiligen – werd het dogma door paus Pius XII plechtig afgekondigd.
Het door de volksmond gebruikte ‘Maria Hemelvaart’ is volgens het katholieke geloof niet correct omdat Maria – in tegenstelling tot Christus – niet zelf ten hemel ‘opsteeg’ maar door God in de hemel werd ‘opgenomen’.
Over het precieze ogenblik waarop Maria is gestorven, en de plaats waar dit zou gebeurd zijn, is niet veel met zekerheid te zeggen. De ene traditie wil dat dit in Efeze zou zijn gebeurd; een andere houdt het bij Jeruzalem.
In elk geval wil de overlevering het dat bij het sterven van Maria alle apostelen aanwezig waren. Dat verklaart waarom op iconen uit de oosterse Kerk alle apostelen en evangelisten staan afgebeeld rondom het sterfbed van Maria. Verder staat ook Christus er op afgebeeld die de ziel van zijn Moeder – afgebeeld als een klein in doeken gewikkeld kindje – ten hemel opneemt.
Lezingen van het feest:
Eerste lezing:
Apokalyps 11, 19a; 12,1.3-6a.10ab
Tweede lezing:
1 Korintiërs 15,20-26
Evangelie:
Lucas 1,39-56