);
Reeds in de eerste eeuwen van onze kerkgeschiedenis kunnen we zien hoe bisschoppen van een bepaalde streek elkaar ontmoetten in een soort ‘vergadering’. Men noemt dit een ‘synode‘, een oorspronkelijk Grieks woord dat ‘samenkomst’ of ‘ontmoeting’ betekent.
Op dergelijke kerkvergaderingen bespraken de bisschoppen dan met elkaar bepaalde problemen, ,maakte met afspraken over bepaalde aangelegenheden of wisselde men gedachten uit aangaande een of ander aspect van het geloof.
Zo hielden de Noord-Afrikaanse bisschoppen, bijvoorbeeld, vanaf de derde eeuw, verschillende synodes in Carthago. Belangrijk waren de synodes die het probleem van de kerkscheuring tussen katholieken en donatisten moesten oplossen.
In het zuiden van Gallië verzamelden de ‘Franse’ bisschoppen zich in meerdere synodes te Arles. Dat gebeurde vanaf de vierde eeuw tot in de middeleeuwen. Hierop werden bepaalde ketterijen streng veroordeeld.
Maar er zijn natuurlijk nog heel vele andere voorbeelden aan te halen van bisschoppensynodes in zowel Oost als West.
n het Latijnse Westen duidde men de synodes meestal aan met de term consilium of Concilie. Oorspronkelijk gaat het dus om hetzelfde: een regionale bijeenkomst van bisschoppen.
In de loop van de geschiedenis is er tussen beide termen wel een onderscheid gegroeid zodat men vandaag de term ‘concilie’ voorbehoud voor een wereldwijde samenkomst van bisschoppen. Met spreekt dan van een oecumenisch of algemeen concilie.
Het eerste concilie dat oecumenisch genoemd mag worden is dat van Nicea geweest in 325 en bracht 318 bisschoppen bij elkaar.
Het laatste (het 22ste) concilie was het Tweede Vaticaans Concilie dat in Rome gehouden werd van 11 oktober 1962 tot 8 december 1965. Bij de openingsplechtigheid waren er 2540 bisschoppen aanwezig!
De term ‘synode’ wordt de dag van vandaag nog steeds gebruikt voor een vergadering van bisschoppen, maar dan niet – zoals bij een concilie – van alle bisschoppen van de Katholieke Kerk.
De bisschoppensynode werd nieuw leven ingeblazen met het Tweede Vaticaans Concilie. Ze werd in haar moderne vorm in het leven geroepen door paus Paulus VI op 15 september 1965. Elke bisschoppenconferentie (bijvoorbeeld de Belgische bisschoppenconferentie of de Nederlandse kiest een of meerdere bisschoppen als afgevaardigde voor de synode. Boor België is dat doorgaans de aartsbisschop van Mechelen-Brussel.
Het kerkelijk recht verwoordt op een bondige manier wat we in onze tijd verstaan onder een bisschoppensynode:
een vergadering van bisschoppen die, uitgekozen uit de verschillende gebieden van de wereld, op vastgestelde tijden bijeenkomen om een nauwe verbondenheid tussen de paus en de bisschoppen te bevorderen en om de paus tot het behoud en de groei van geloof en zeden en tot het onderhouden en versterken van de kerkelijke discipline met hun raad behulpzaam te zijn, alsook om overleg te plegen over vraagstukken die het handelen van de Kerk in de wereld betreffen.
(Codex Iuris Canonici, 342)
Belangrijke kerngedachten zijn dus:
De werking van een bisschoppensynode beperkt zich niet tot de periode van een maand waarin men in Rome samenkomt. De synode wordt voorafgegaan door een grondige voorbereidingsfase. De bisschoppenconferenties wereldwijd worden vooraf geconsulteerd aangaande het vastgelegde onderwerp van de synode. Om de bisschoppenconferenties de helpen in hun reflectie wordt hen een document ter hand gesteld, de Lineamenti, zeg maar de ‘krijtlijnen’ van de denkfase. Deze Lineamenti einidgen steevast met een vragenlijst die men moet bespreken en beantwoorden. Op basis van alle binnengekomen antwoorden werkt de secretaris-generaal van de bisschoppensynode een werkdocument uit, het Instrumentum Laboris, dat als basis zal dienen voor de synode zelf.
Meestal is het ook zo dat de paus na de synode een document van zijn hand uit werkt op basis van de voorstellen en besluiten van de synode. Wie dacht dat in de Katholieke Kerk alles alleen door de paus gedaan en dedacht werd is er dus aan voor de moeite. Wat de paus aan de gehele kerk voorstelt en uitlegt is meestal de vrucht van een lange voorbereiding, consulatie, overleg en discussie
Er zijn drie soorten bisschoppensynodes:
Sinds Vaticanum II werden er 25 bisschoppensynodes gehouden, waarvan 13 gewone, 3 buitengewone en 9 bijzondere. Welke themas’s kwamen aan bod in de gewone bisschoppensynodes?
We geven enkele voorbeelden: Evangelisatie in de hedendaagse wereld (1974, 2012), de roeping en missie van d eleek (1987), de priesteropleiding (1990), het Godgewijde leven (1994), de eucharistie (2005).
Gedurende 19 jaar (1985-2004) was de Vlaming Jan Schotte als secretaris-generaal de stuwende kracht achter de bisschoppensynodes tijdens het pontficaat van paus Johannes Paulus.
Niet enkel bisschoppen nemen deel een een synode. Ook een aantal Algemense oversten van ordes of congergaties, specialisten en theologen. En zelfs vergenwoordigers uit andere godsdiensten.
Onder deze bijzondere deelnemers valt ook een steeds groeiend aantal vrouwen waar te nemen. Zij worden uitgenodigd al naargelang het onderwerp van de synode. Wel is het zo dat enkel de bisschoppen stemrecht hebben tijdens de synode.
Op zondag 7 oktober 2012 opende paus Benedictus XVI plechtig een nieuwe bisshoppensynode.
Ongeveer 262 aartsbisschppen, bisschoppen, kerkleiders, specialisten en andere deelnemers zullen zich gedurende enkele weken (tot 28 oktober) buigen over het thema ‘Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof’.
De aanleiding voor de synode kunnen we als volgt samenvatten: